Mgr. Luc Van Looy ging de wijdingsviering voor. Tijdens zijn homilie beklemtoonde hij de eigenheid van het ambt van diaken: te waken over de dienstbare dimensie binnen onze kerkgemeenschap.
Mgr. Van Looy: “Een diaken is een man van de Kerk, van een dienende Kerk, geënt op die éne wijnstruik die Christus is. Daarop geënt blijven is mogelijk, omdat wij geloven dat het niet ons werk is. In de roeping van de diaken en de priester is God zelf aan het werk, omdat die wenst dat mensen elkaar dienen om zo de liefde van God zelf zichtbaar en bereikbaar te maken. Elke geroepene is zoals de wijnstruik, die gevoed wordt door de wortels. De psalm zegt dat de wijngaard zijn ranken uitstrekt tot de zee. Geroepen, gezonden dus, om vruchten te dragen.
Deze vruchten hebben in het bijzonder vier kenmerken:
Een eerste is de bevrijdende liefde van Christus voor ons, die ons doet groeien en ontwikkelen. Deze liefde raakt ons zo diep dat er een verbondenheid ontstaat, gelijk aan de band tussen de takken van een wijnstruik en zijn wortels.
Een tweede vrucht is de kracht om naar anderen toe te gaan om dienende liefde te zijn. Het beeld dat de geroepene, in het bijzonder de diaken, typeert, is de voetwassing op het Laatste Avondmaal. Een diaken toont het dienende gezicht van de Kerk vanuit zijn verbondenheid met Jezus zonder voorwaarden of voorbehoud, vergevend waar het misging, bevestigend waar het goed is, nooit betuttelend, maar vol zorg en mededogen.
Een derde vrucht, zoals de ranken van de wijnplant reiken tot de zee, is de brede missionaire aandacht. De Geest wordt over de geroepene afgesmeekt opdat hij zou uittrekken tot de verste hoeken van de wereld. Dit wijst erop dat we niet gezonden worden enkel tot de gelovige gemeenschap, maar dat het Woord en de dienst van Christus bedoeld zijn voor iedereen. In het bijzonder zelfs voor diegenen die niet spontaan openstaan voor het Woord, voor de mensen die in de samenleving minder kansen krijgen, mensen die wellicht enkel van de Kerk nog steun en erkenning verwachten. De dienst van de Kerk wenst inderdaad te reiken tot de meest vergeten hoek van de samenleving.
Ten slotte zal de vrucht van de zending een gemeenschap opbouwen, waar iedereen ontdekt broeder en zuster te zijn voor elkaar, omdat we geënt zijn op dezelfde wortel die Christus heet, Messias, Diegene die gezonden is ‘om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, blinden te doen zien, gevangenen te bevrijden, en een jaar van genade af te kondigen’.
Vandaag laat God het licht van zijn gelaat over ons schijnen. God lacht ons weer toe zodat we gered zullen zijn.”
De bisschop besloot de homilie met een gebed:
God, bescherm wat uw eigen hand heeft geplant,
het stekje dat Gij hebt gekweekt.
Zuiver het van onnodige takken.
Doe het groeien tot een grote, wijd reikende boom
waaronder al wie bescherming nodig heeft, veilig kan schuilen.
Zegen deze mensen opdat ze vruchten dragen,
vruchten die blijvend zijn.